Wanneer speelt jouw levensverhaal zich af? In de jaren ’50? De jaren ’70? De jaren ’90? Ieder decennium heeft zijn eigen tijdsgeest die de gebeurtenissen in jouw leven kleuren. Voor de lezer is het belangrijk om iets van die tijdsgeest te begrijpen, want alleen zo kan hij de gebeurtenissen duiden. Maar hoe schets je nou zo’n tijdsbeeld?
Verkering
Mijn moeder kreeg ‘verkering’ met mijn vader in de jaren ’50. Ze was vanaf het begin straalverliefd op hem, vertelde ze mij, maar moest voorzichtig laveren want haar ouders waren behoorlijk streng. Zo mocht ze bijvoorbeeld beslist niet al te lang alleen zijn met hem. Als ze na een bezoek van hem bij haar thuis bij de deur afscheid van hem nam, stond mijn oma door het raam mee te kijken.
Hoe anders ging het eraan toe bij mijn tante die tien jaar jonger was dan zij. Zij ontmoette haar toekomstige man in de jaren ’60 en mocht zelfs, na veel wikken en wegen, met hem op vakantie gaan.
‘Tja, het was een andere tijd,’ zei mijn moeder altijd.
Tijdsgeest
Het was inderdaad een andere tijd. De jaren ’50 kenmerkten zich door de wederopbouw na de oorlog. Het was de tijd van vadertje Drees, de watersnoodramp, het ontstaan van het ijzeren gordijn, één koekje uit de trommel en Marga Klompé als eerste vrouwelijke minister. En wat voor de relatie tussen mijn vader en mijn moeder vooral van belang was: de anticonceptiepil was er nog niet.
Het is het samenspel van al deze maatschappelijke en technische ontwikkelingen én de grote landelijke en wereldlijke gebeurtenissen, die de tijdsgeest vormde waarin mijn ouders opgroeiden. En die dus ook invloed op hun leven had.
Autobiografie
Wanneer je je autobiografie schrijft is het belangrijk om ook iets van het tijdsbeeld te schetsen. Dat helpt de lezer immers om de gebeurtenissen in jouw leven nóg beter te duiden. Maar hoe schets je nou zo’n tijdsbeeld?
Stel jezelf een aantal vragen
Om te beginnen kan je jezelf een aantal vragen stellen over de tijd waarin jouw autobiografie zich afspeelt. Ik heb er hier een aantal op een rijtje gezet:
Maak gebruik van details
De antwoorden op deze vragen kan je gebruiken om details aan de scène die je aan het schrijven bent toe te voegen. Zo kan je bijvoorbeeld vertellen dat op TV het begindeuntje van Pipo de Clown klonk toen je ruzie maakte met je broertje. Dat je Saroma pudding op je bord geschept kreeg toen je je ouders vertelde dat je het huis uit ging. Of dat je vader van achter zijn krant een wenkbrauw optrok toen je in je hotpants de deur uit ging om naar je nieuwe vriendje te gaan.
Zonder dat je er al te veel nadruk op legt, kan je de lezer iets van de tijdsgeest meegeven.
Wil je meer weten over het schrijven en publiceren van je autobiografie, download dan mijn gratis ebook 'Je levensverhaal schrijven in acht stappen.'
Lees of bekijk ook:
Zo wordt je boek van kaft tot kaft gelezen
Je autobiografie schrijven en publiceren, waarom zou je dat eigenlijk doen?
Zes goede redenen om fictie te gebruiken in je autobiografie
Reactie
Gerda Mertens