Tekengebied 1
BLOG: Hoe mijnheer Zonnebloem een rol speelt in jouw autobiografie.

BLOG: Hoe mijnheer Zonnebloem een rol speelt in jouw autobiografie.

Waar gaat jouw autobiografie over? Over jou natuurlijk! Maar dat is niet het enige. Het gaat ook over anderen. Over je gezin, bijvoorbeeld. Je vroegere jeugdliefde. Cliënten die je tijdens je werkzame leven bent tegengekomen. Leraren die je als scholier het leven zuur maakten. De mensen die je op je wereldreis hebt ontmoet. Het zijn deze mensen die jouw leven en jouw levensverhaal kleur geven. Maar hoe zet je die personen nou zo goed mogelijk neer? 

 

Het verhaal van mijnheer Zonnebloem.

Een aantal jaar ontving ik een manuscript van Selma Mogendorff, dat later zou verschijnen als autobiografische roman met de titel ‘Waar blijft die dokter nou?’ In dat boek schreef zij over haar ervaringen als jonge, vrouwelijke huisarts. Ze schreef over haar onzekerheden, angsten en twijfels als jonge huisarts, maar vooral ook over de bijzondere cliënten die zij had. Een voorbeeld daarvan is mijnheer Zonnebloem, die me nog altijd helder voor de geest staat.

 

De personen in jouw levensverhaal.

Je zou kunnen zeggen dat mijnheer Zonnebloem één van de passanten was die in haar leven voorbij kwam. Zonder mijnheer Zonnebloem zou haar leven er waarschijnlijk niet heel veel anders hebben uitgezien, maar toch….  Zonder mijnheer Zonnebloem en de andere cliënten die in haar boek de revue passeren zou haar autobiografie een stuk minder kleurrijk zijn.

Hetzelfde geldt voor het boek van Gijs van Middelkoop getiteld ‘Amerikanen fietsen niet’.  In dat boek doet hij verslag van zijn coast-to-coast fietstocht door Amerika. Een bijzondere reis met bijzondere gebeurtenissen, maar het zijn vooral de karakteristieke mensen die hij onderweg ontmoet die zijn reisverhalen een extra dimensie geven. 

Of wat dacht je van het boek ‘De reden dat ik zing’ geschreven door Anne Norvan? Zij schrijft daarin over haar ervaringen in een verslavingskliniek maar vooral ook over de mooie, kwetsbare en integere medecliënten die ze daar tegenkwam.

 

Passanten kleuren je autobiografie.

De bovenstaande voorbeelden laten zien hoe andere personen in jouw levensverhaal jouw autobiografie boeiend maken. Niet alleen de personen die in jouw leven van grote invloed zijn geweest, maar ook diegenen die soms maar heel kort voorbij kwamen. De passanten als het ware. De geschiedenisleraar op de middelbare school, het meisje dat je tijdens het backpacken in Namibië ontmoette, de DJ met wie je een eigenaardig gesprek had. 


Hoe zet je de personen in je autobiografie zo goed mogelijk neer? 

  1. Maak een inventarisatie van de personen die in jouw leven van invloed zijn geweest. Denk daarbij aan de personen die jouw leven een wending hebben gegeven, positief of negatief. Je kunt daarbij denken aan je partner, je kinderen, je ouders. Maar ook de leraar op school die je stimuleerde om kunstgeschiedenis te gaan studeren of de collega op het werk die motiveerde om een sabbatical te nemen.
  2. Maak een overzicht van de passanten. Passanten zijn de mensen die jouw leven niet hebben veranderd maar wel hebben gekleurd. Dat ene, artistieke klasgenootje, waarmee je de boel altijd op stelten zette. Het reisgezelschap waarmee je door India bent getrokken. Die oudere man die je tijdens een treinreis hebt ontmoet. 
  3. Maak een overzicht van de uiterlijke kenmerken. Wil je één van die personen in je autobiografie introduceren? Maak dan eerst een overzicht van zijn of haar uiterlijke kenmerken. Hoe ziet iemand eruit? Wat voor kleding draagt hij of zij? Welke gebaren maakt hij en hoe praat hij? 
  4. Welke kenmerken zijn het meest karakteristiek? Bepaal vervolgens welke kenmerken iets vertellen over het karakter van deze persoon. Wanneer iemand altijd zachtjes tegen je praat en je daarbij nooit aankijkt, dan lijkt het er bijvoorbeeld op dat iemand heel verlegen is. Of als iemand felgekleurde kleding draagt en altijd grote gebaren maakt tijdens een gesprek, dan is deze persoon waarschijnlijk extravert. 
  5. Vertel niet maar laat zien. Een verhaal wordt boeiend wanneer je niet teveel uitlegt of benoemt, maar de lezer aan het werk zet. Laat de lezer er zelf achter komen wat de karaktertrekken zijn van de personen die in jouw verhaal voorkomen. Gebruik daarbij de kenmerken die je bij de vorige stap hebt opgeschreven. Vertel dus niet dat iemand heel verlegen is, maar laat dat zien door te beschrijven hoe zachtjes hij praat en hoe hij met gebogen schouders naar de grond kijkt. 
  6. Wees genuanceerd. De personen in jouw autobiografie beklijven pas écht bij de lezer als jij ze neerzet als mensen van vlees en bloed. Dat wil zeggen dat ze eigen kenmerken en eigenaardigheden hebben, gevoelens kennen van jaloezie, schuld, blijdschap en verdriet én dat ze zowel goede als slechte eigenschappen bezitten. Wanneer ze deze nuances, deze tegenstrijdige eigenschappen niet hebben, worden ze vlak en stereotype. Kijk dus ook eens naar de nuances van de personen die in jouw levensverhaal voorkomen. Was jouw vader alleen maar dominant of waren er ook momenten dat hij meelevend en volgzaam was? Was jouw beste vriendin altijd vriendelijk en vrolijk of waren er ook momenten dat ze heel bot kon doen? Laat ook die eigenschappen in je boek naar voren komen!

 

Wil je meer weten over het schrijven en publiceren van je autobiografie, download dan mijn gratis ebook ‘Je levensverhaal schrijven in acht stappen.’ 
 

 

Lees of bekijk ook:

Je autobiografie schrijven en publiceren: waarom zou je dat eigenlijk doen?

De tijdsgeest: hoe geef je die weer in jouw autobiografie?

Hoe hou je de aandacht van de lezer vast?

Je manuscript is af. En dan?

Zes goede redenen om fictie te gebruiken in je autobiografie

Reactie

Hedwig heeft ons de handvatten gegeven om op te schrijven wat we wilden vertellen. Ze reageert snel en blijft meedenken. Hierdoor hebben wij nu een boek in handen dat onze verwachtingen ver heeft overtroffen.
Gerie Schrijver